Steenuilonderzoek Hageland

 

Resultaten 2005

 

Van de 143 beschikbare nestkasten waren er in 61 een broedgeval. Er werden 236 eieren gelegd het geen een hoog gemiddelde gaf van 3,9 per nest.  Het aantal uit gekomem jongen nml.193 met een nestgemiddelde van 3,2 is zeer goed te noemen.  43 eieren kwamen niet uit , een gemiddelde van 0,7 wat normaal is. 51 pulli stierven tijdens de opgroei, een gemiddelde van 0,8 is vrij normaal in vergelijking met voorgaande jaren. 142 jongen vlogen uit  wat een goed gemiddelde gaf van 2,3.

 

Waar wij elk jaar mee geconfronteerd worden is het hoge aantal volledig mislukte broedgevallen. Dit jaar waren er dit 19 van de 61 broedgevallen. Bijna 1 op 3! Nochtans kipten bij 11 van de 19 mislukte broedsels de jongen normaal uit. Maar dan volgt een kritieke fase. De eerste 10 dagen zijn de moeilijkste voor de jongen. Ligt het aan de voedselsituatie, te veel regenwormen of door predatie van Steenmarter, Hermelijn of Wezel die hier terug algemeen zijn. We weten het niet goed. In ieder geval stellen we bij de controle een lege kast vast. Vorige winter zijn een 20 nestkasten tegen marterachtigen beveiligd met een plastic buis voor de nestingang te plaatsen. Maar daar we een goed Steenuiljaar achter de rug hebben mogen we na een proefperiode van 1 jaar nog niet de nodige conclusies trekken.

 

In een kast waar de jongen op uitvliegen stonden werd ik opgebeld door de boer met de mededeling dat een jong dood lag in de invlieg opening van de nestkast. Toegekomen bleek het  om het adult  vrouwtje te gaan! De 4 jongen lagen dood in de kast. Enkele dagen op voorhand waren we nog daar geweest en vonden tot onze verbazing een bijna volgroeide Kraai als prooirest in de nestkast. Nu viel het mij ook op dat in de grote open hangaar naast de boomgaard waar normaal een 20 paar Huismussen nestelen ik nu geen getjilp meer hoorde.

We stelden vast dat alle mussen verdwenen waren Na wat aandringen vertelde de boer dat jagers enkele dagen geleden sneden brood doordrenkt met gif  zijn komen gooien om de Kraaien te verdelgen!

 

Overzicht 1993 - 2005

 

Wij hebben al 887 pulli geringd en 7 werden teruggemeld meer dan 20 km van de ringplaats. 3 op iets meer dan 30 km.

 

De kerkuil en Bosuil zijn in onze regio enorm gestegen. De Ransuil doet het al enkele jaren minder en is in afnemende trend. Of de Bosuil daar voor iets tussen zit zoals sommigen beweren laat ik in het midden zolang niets bewezen is.

 

Ik heb na 13 jaar ervaring het geruststellende feit dat onze Steenuil populatie stabiel is. Als je er vanuit gaat dat 2,2 een goed nestgemiddelde is voor Steenuil kennen we hier 5 goede jaren en 8 slechte jaren. In ieder geval is de Steenuil hier nog goed vertegenwoordigd en kunnen wij ons onderzoek nog vele jaren verder zetten.

 

Een woord van dank

 

Aan mijn 2 trouwe medewerkers Ronny Huybrechts en Stany Cerulis.

 

Tabel : Evolutie van de broedresultaten van de Steenuil

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

broedseizoen

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

 

beschikbare nestkasten

36

62

62

60

58

55

54

53

121

121

126

137

143

 

broedgevallen

3

8

12

14

12

21

23

28

63

59

66

64

61

 

bezettingsgraad (%)

8

13

19

23

21

38

43

53

52

49

52

47

43

 

gevolgde broedsels

3

8

12

14

12

21

23

28

63

59

66

64

61

 

aantal eieren

10

25

42

42

50

82

88

111

216

182

208

228

236

 

gemiddeld per broedsel

3,3

3,1

3,5

3

4,2

3,9

3,8

4

3,4

3,1

3,2

3,6

3,9

 

niet levensvatbare eieren

3

3

10

12

7

22

10

12

56

34

35

45

43

 

gemiddeld per broedsel

1

0,4

0,8

0,9

0,6

1,0

0,4

0,4

0,9

0,6

0,5

1,4

0,7

 

aantal geboren jongen

7

22

32

30

43

60

78

99

160

140

173

183

193

 

gemiddeld per broedsel

2,3

2,8

2,7

2,1

3,6

2,9

3,4

3,5

2,5

2,4

2,6

2,9

3,2

 

aantal dode jongen

1

9

6

10

28

14

11

21

43

24

47

68

51

 

gemiddeld per broedsel

0,3

1,1

0,5

0,7

2,3

0,7

0,5

0,8

0,7

0,4

0,7

1

0,8

 

aantal uitgevlogen jongen

6

13

26

20

15

46

67

78

117

116

126

115

142

 

gemiddeld per broedsel

2,0

1,6

2,2

1,4

1,3

2,2

2,9

2,8

1,9

2,0

1,9

1,8

2,3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

Philippe Smets.

Projectleider Steenuilonderzoek Hageland.

Philippe.smets3@telenet.be